Jonge haasjes

Hoewel het nog fris kan zijn, is het met de zachter wordende temperaturen, weer de tijd van het jaar dat het vroegste wild ter wereld komt. Sinds kort kan je dus terug hazenjongen vinden in weiden, aan de verwilderde rand van de heg of zelfs in je niet al te verzorgde tuin. Veel mensen vinden het zielig dat die kwetsbare haasjes daar moederziel alleen liggen in de koude, alsof ze door de moeder verlaten of verstoten zijn. Niets is echter minder waar.  De moeder is altijd in de buurt, op zoek naar eten.

Het is zeer normaal dat jonge haasjes moederloos in het midden van een weide liggen. Hazen graven immers geen burcht zoals wilde konijnen. In plaats van hun jongen ondergronds te verbergen voor de gevaren van de buitenwereld, vertrouwen hazen op natuurlijke camouflage. Net zoals hun ouders zijn jonge hazen uitgerust met een bruinzwart geschakeerde vacht. Die vacht houdt de jonge haasjes tegelijk warm én verborgen voor tal van roofdieren (vossen, marters, katten en … honden). Jonge haasjes weten instinctief dat ze de grootste overlevingskans hebben als ze bij gevaar stil blijven zitten. Hun geschakeerde vacht helpt hen om op te gaan in hun omgeving. Twee keer per dag zoekt ze de jongen op om melk te geven. Daarna laat ze de jongen weer alleen. Dat doet ze om zo weinig mogelijk geur achter te laten en zo roofdieren op afstand te houden.

Sommige mensen hebben de neiging om de jongen op te rapen en ergens in ‘veiligheid’ te brengen (een dierenopvangcentrum of in huis). Doe dit niet, laat de haasjes rustig liggen en wandel rustig verder. Als je een jong haasje aanraakt, laat je ook jouw mensengeur achter op het haasje. Wanneer de moeder het jong dan komt zogen, ruikt ze onraad en zal ze zich onveilig voelen. Ook wordt het haasje op die manier ook gemakkelijker gelokaliseerd door roofdieren. Of de moeder haar jong dan al dan niet achterlaat (normaal gezien niet) zal afhangen van het ‘onveiligheidsgevoel’ van de moeder. Dus zeker niet aanraken!

Niet enkel onwetende wandelaars vormen een gevaar voor de jonge haasjes. Ook voor (jacht)honden zijn ze een gemakkelijke prooi. Hondeneigenaars laten hun hond wel eens graag (onnadenkend) vrij rennen en ravotten in graskanten, bermen en ingezaaide akkers. Precies die plaatsen waar hazen hun jongen proberen groot te brengen. Sommige hondeneigenaars gaan nietsvermoedend trainen op plaatsen waar jonge haasjes kunnen liggen. Houd er rekening mee dat zelfs het kleinste haasje – hoewel ze goed gecamoufleerd zijn en geen geur verspreiden – wel eens de aandacht trekt van een snuffelende hond die daarbij op een haasje stuit. Vermijd tijdens deze voorjaarsperiode dergelijke ongemakkelijke situaties en houd je hond aangelijnd.