Rasbeschrijving

Jachteigenschappen

Door zijn niet aflatende wil tot zoeken is de Grote Münsterlander een uitstekende verlorenzoeker en een uitgesproken spoorzoeker. Deze eigenschappen, gecombineerd met zijn intelligentie, zijn meer dan gemiddelde passie, en het werk met een diepe neus, bezorgden hem de reputatie van ‘hond na het schot’. Deze eigenschappen zijn altijd kenmerkend geweest voor het ras.

Door jarenlang gericht kweken is het voorstaan vast verankerd in zijn natuurlijke aanleg en kan hij zeker zijn mannetje staan in het veldwerk. Bij het zweetwerk (speurwerk op aangeschoten zwart of rood wild) laat hij zien dat hij ook dit best aankan. Bewijs daarvan is het groot aantal Grote Münsterlanders dat slaagt in de proeven waarbij kunstmatig bloedsporen worden aangelegd, die pas na 24 of 40 uur worden uitgewerkt.

In het water is de Grote Münsterlander in zijn element. Door zijn beschermende vacht schrikt hij er niet voor terug om zelfs in het koudste water onvermoeibaar de dekking af te speuren, op zoek naar waterwild. Prachtig om zien is hoe sommigen in staat zijn om het zwemspoor van een eend over het water uit te werken.

Deze eigenschappen, gecombineerd met zijn krachtige bouw en zijn groot uithoudingsvermogen, maken van de Grote Münsterlander een veelzijdige jachthond die in om het even welk biotoop zijn baas niet zal teleurstellen.

Exterieur

Een Grote Münsterlander heeft een krachtige gespierde lichaamsbouw, met een snedig totaalbeeld. Hij heeft een adellijke uitdrukking, is levendig zonder nervositeit. De standaard verlangt een sierlijke middenslag hond met een schofthoogte van 58 tot 63 cm voor de teven en van 60 tot 65 cm voor de reuen.

Het haar is lang, sluik en licht golvend – doch niet krullend – met een goede dichte ondervacht. De kleur is wit en zwart in al zijn variaties. Zo heeft men de zwart-witte zonder schimmel, wit met zwarte platen en schimmel (van helschimmel tot donkerschimmel), wit met zwarte platen en punten of wit met volledige schimmel zonder platen (forelschimmel). Ze worden wit met zwarte platen geboren en pas na enkele weken wordt de schimmeltekening zichtbaar. De kop is zwart, eventueel met een bles of een snep, adellijk en gestrekt, met een krachtige droge en lange vang.

De Grote Münsterlander heeft een pientere uitdrukking met heel donkere ogen die voorzien zijn van goed aanliggende oogleden. De goed behaarde oren zijn hoog aangezet; de rug is recht en stevig met licht afvallende croupe. Verder dient hij een brede borst te hebben met voldoende borstdiepte en goed gespierde lendenen. De buik is licht opgetrokken, sterk en slank. Voor- en achterhand moeten de juiste hoeking hebben. De hoog aangezette staart is bij voorkeur goed bevederd, evenals de achterkant van de voor- en achterbenen.

Karakter

Als huishond is de Grote Münsterlander zeer aanhankelijk en gehecht aan zijn gezin en zijn territorium. Hij is behoedzaam tot enthousiast nieuwsgierig bij bezoekers, waaks van aard, zonder agressief te zijn. Hij is sociaal en zeer kindvriendelijk. Desgevallend zal hij zijn roedel beschermen, al zal hij door zijn intelligentie vlug beseffen wie al dan niet kwade bedoelingen heeft. Door zijn karaktervolle tot dominante aard, heeft de Grote Münsterlander een goede en consequente baas nodig. Met een goed opgevoede Grote Münsterlander kan men naast de jacht ook praktisch alle andere hondensporten beoefenen. Van nature uit is de Grote Münsterlander een gezonde hond die weinig last heeft van erfelijke ziekten en degeneratieverschijnselen. Mits een goede verzorging en veel dagelijkse beweging zal hij dan ook jarenlang een prettige huisgenoot zijn.