De geschiedenis van de Grote Münsterlander

De Grote Münsterlander behoort tot de jongste voorstaande hondenrassen. Zoals de meeste jachthondenrassen draagt hij brakkenbloed in zich. Hoewel er mogelijke invloeden zijn van lijnen uit de Spaanse, Franse en Engelse voorstaande hondenrassen, wordt hij beschouwd als een afstammeling van de Duitse Staande-Langhaarhonden. In nesten van deze overwegend bruine honden kwamen in de 19e eeuw soms wit-zwarte puppy’s voor.

Nadat in 1908 de wit-zwarte honden uit de Duitse Staande-Langhaarclub werden geweerd, waren er liefhebbers van deze variant – vooral in Westfalen en Nedersaksen – die de kenmerken van deze honden bij het jagen op klein wild waardeerden en er selectief mee verder kweekten. Zo ontstond in 1919 het ‘Verein für die Reinzucht der grossen schwarz–weissen Münsterländer Vorsteh-hunde’.

Na registratie van alle in West-Münsterland en Nedersaksen nog aanwezige restanten van deze inheemse Langhaarstam in één ‘Urliste’ (83 honden), werd op 29 juni 1922 te Munster de Grote Münsterlander definitief als ras erkend. Van dan af begon de vereniging met de planmatige fokkerij van Grote Münsterlanders. Nakomelingen van combinaties uit deze oerlijst, werden in het ‘Zuchtbuch Große Münsterländer’ ingeschreven. De rasvereniging die het stamboek beheert is het Duitse Verband Große Münsterländer e.V. (VGM) dat in 2019 zijn 100-jarig jubileum vierde. Heel wat leden van de GMVB namen deel aan de activiteiten die in dat kader werden georganiseerd. Inmiddels heeft de Grote Münsterlander zich – na bijna 100 jaar prestatiegericht fokken – ontwikkeld tot een veelzijdige jachthond en wordt hij door jagers op bijna alle continenten gewaardeerd om zijn eigenschappen.

De naam Grote Münsterlander heeft hij te danken aan het feit dat de meeste van deze honden te vinden waren in Noordwest-Duitsland, meer bepaald in het Westfaalse Münsterland. Men trof ze daar vooral aan op boerderijen waar zij gehouden werden als waak– en jachthond. De bijnaam ‘Grote’ slaat niet op zijn afmetingen maar is er gekomen omdat er in deze regio al een kleine voorstaande jachthond was, namelijk de Kleine Münsterlander, beter gekend als de Heidewachtel. Van oorsprong hebben deze beide rassen echter weinig met elkaar gemeen.